NABESCHOUWINGEN DOOR ENKELE MILITANTEN.
VOOR EEN BETERE BESCHERMING VAN DE SYNDICALE AFGEVAARDIGDEN, DE LEDEN ONDERNEMINGSRAAD EN CPBW.
Na de studiedag voor een betere bescherming tegen ontslag van syndicale afgevaardigden van 21 april jongstleden, ingericht door het ACV-verbond Brussel, spraken we met vijf aanwezige militanten, afgevaardigden: Leen, Rosa, Ludo, Roger en Pierre. We vroegen hen naar hun reacties na de studiedag en vooral naar hun mening over de inhoud ervan.
De beoordeling door deze vijf militanten was nagenoeg éénsluidend:
- Een studiedag voor vrijgestelden en delegees als deze van 21 april is een fantastisch leerrijk en stimulerend initiatief. Dit is het
des te meer wanneer het gaat om een onderwerp zoals de bescherming
tegen ontslag. Het verder blijvend functioneren van de
vakbond staat hiermee immers op het spel. - Een gelijke bescherming van afgevaardigden in de syndicale delegatie, ondernemingsraad en comité voor preventie is absoluut noodzakelijk. De syndicale afgevaardigden vervullen een strijdende
en beschermende rol naar de werknemers toe. Zij verzamelen
de eisen, verdedigen de werknemers individueel en collectief ten
overstaan van de directie, onderhandelen en leiden eventuele
acties. Zij steken het meest hun nek uit en nemen als dusdanig
de grootste risico’s. Zij verdienen dan ook minstens een gelijke
bescherming als de andere afgevaardigden tegen ontslag. - Een verplichte en afdwingbare reïntegratie in het bedrijf na
een gunstige uitspraak van de rechtbank is onontbeerlijk. Recht is
recht en moet ook door de patroons geëerbiedigd worden. De
rechtbank moet in de mogelijkheid zijn de werkgevers te verplichten.
Als zij dat weten zullen zij immers minder gemakkelijk
tot ontslag overgaan. Nu zijn de werkgevers zich er al te goed van
bewust dat ze toch van de delegee vanaf kunnen komen ook als
deze laatste recht in zijn schoenen staat. Natuurlijk moet de betrokken
afgevaardigde – na al wat er eventueel al gebeurd is met
hem of haar in de onderneming- zelf bereid zijn gereïntegreerd te
worden en opnieuw te functioneren in het bedrijf. - Dwangsommen zijn duidelijk een aangewezen middel om
onredelijke patroons te verplichten de afgevaardigde weer binnen
te nemen. - In Frankrijk, Nederland en Italië bestaat er een betere juridische
regeling: een onrechtmatige afdanking is daar “nietig”. Zo
kunnen de werkgevers zich niet zomaar ontdoen van een werknemersafgevaardigde.
Waarom kan dit bij ons niet?
Het is zonneklaar dat syndicale afgevaardigden vaak het slachtoffer
zijn van discriminatie. De wet op de anti-discriminatie kan een
middel zijn om delegees te verdedigen en biedt misschien een
oplossing. - Het probleem van de bescherming van de syndicale afgevaardigden
is een nationaal probleem. Dat kan niet afdoende worden
opgelost per sector. Een aanpassing van de wet is noodzakelijk.
Het bewustmaken van de syndicale achterban is voor elke delegee
en voor gans de vakbond een essentiële taak, een strijdbare
achterban is immers van levensbelang voor een goede syndicale
werking. Maar dit sluit de noodzaak van een juridisch sluitende
bescherming niet uit. Beide zijn essentieel. - Toch mogen we niet vergeten dat gans deze mobilisatie rond
dit hete hangijzer nu opnieuw begonnen is rond de schandalige
afdanking van Maria Vindevoghel. De centrale eis moet in eerste
instantie blijven dat Maria terug moet in dienst genomen worden.
Maria heeft enkel haar taak als lid van CPBW en syndicale
afgevaardigde vervuld, zij moet in de eerste plaats in staat gesteld
worden dit werk weer op te nemen. Daar moet alles voor gedaan
worden.
Met dank aan en met waardering voor Leen, Rosa, Ludo, Roger
en Pierre die elk stuk voor stuk geëngageerde militanten zijn en
met zorg en overtuiging op onze vragen geantwoord hebben.
Paul Vanhooren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten