zondag, november 26, 2006

BOEKBESPREKING




EEN MAN MET EEN MISSIE: GEROEPEN DOOR DE PARTIJ,
HET HOF EN HET ACW

In het voorjaar publiceerde Wilfried Martens ‘De memoires: luctor et emergo’. In mei was het boek al aan een derde druk toe. W. Martens is natuurlijk niet de eerste de beste. Niemand is langer eerste minister geweest. Hij stond aan het roer van 1979 tot en met 1992. En sindsdien is hij niet uit de politieke actualiteit verdwenen. Op dit moment is hij nog altijd voorzitter van de Europese Volkspartij (EVP). Dat zo iemand wat te vertellen heeft, staat buiten kijf.

Jef Houthuys

Het is onbegonnen werk om de vele passages over Houthuys in dit kort bestek weer te geven, het zijn er indrukwekkend veel en ze zijn allemaal uitermate lovend. Ter illustratie: Jef was ‘een verlichte geest’, ‘ een moedige syndicale realpolitiker en zegde al het mogelijke in het werk te stellen om mijn regering te ondersteunen’ (p. 248), ‘Via Fons (Verplaetse) wist ik dat hij bereid was een sociaal verantwoord herstelprogramma door te drukken, zelfs tegen zijn eigen achterban in als dat nodig was. Beter dan wie ook onderkende hij dat onverschilligheid en gebrek aan inzicht en moed een groot gevaar vormen voor onze welvaartsstaat’ (p. 328).
Jef was lang bereid om de regeringsmaatregelen aan ‘zijn mensen’ te verkopen.

Ook Jef had hogere belangen te dienen. Samen met Verplaetse, Detremmerie en Martens bracht hij soms een weekend door in Poupehan (p 327-334). Omdat de besluitvormingsmechanismen in het land onmachtig waren gebleken en de parlementaire democratie zich zelf buiten spel had gezet, moesten enkele moedige mannen het voortouw nemen. De welvaartsstaat, de algemene welstand moest behouden worden, maar dat kost inspanningen, desnoods offers. W. Martens schrijft dat ze in “de geest van kardinaal Cardijn” handelden. “We wilden geen angst of verdriet veroorzaken bij wat wij ‘de kleintjes’ noemden, het deel van de bevolking dat met een...

(Volledige tekst van dit artikel te krijgen op eenvoudige aanvraag...)

Wilfried Martens, De memoires: luctor et emergo,
Tielt : Lannoo, 2006,
936 p. (49,95 e),

Jef Mariën.

CARITAS EN BLOEDWRAAK.
WILFRIED MARTENS OVER:
Leo Tindemans
“De slechtste mens die ik heb gekend.”

Herman Van Rompuy
“Totaal mislukt als voorzitter.” “Wij kenden tussen ons beiden lange periodes van strijd, onenigheid en stilzwijgen. Na de verkiezingen van 2003 spraken we voor het eerst sinds lange tijd. Herman zei nadien aan Knack dat ik op het lijstje stond van de mensen met wie hij zich nog voor zijn dood wilde verzoenen.”

Marc Van Peel
“In verband met Miet Smet en de Europese lijst moest hij slechts uitvoeren wat anderen hem hadden opgedragen. Hij gaf blijk van zo weinig inzicht en mensenkennis dat ik haast medelijden met hem kreeg.”

Theo Lefèvre
“Theo Lefèvre zei dat hij iedere dag literatuur las, maar iedereen wist dan ook dat hij zijn dossiers niet las.”

Jean-Luc Dehaene
“Amper twee maanden vóór zijn informateurschap in 1992 hadden we afgesproken dat noch ik noch Jean-Luc zich nog actief zou opstellen in de huidige fase van de politiek.”

Johan Van Hecke
“Hij was enorm getalenteerd, maar hij was onstandvastig. Daarom heb ik eens een beeld op hem toegepast dat de Italianen alleen maar gebruiken voor vrouwen: la donna è mobile.”

Marc Eyskens
“Het is in de Wetstraat niet eens een paradox dat Eyskens, de meest begaafde van alle Belgische politici, sporadisch een neiging tot zelfvernietiging vertoont.”



Geen opmerkingen: